geriefelijk, handig
Wij hebt een geriefelijk huus (Erica)
Wij hebt alles geriefelijk bij mekaar
aan spenderen
Die naaie veistallen, wat binnen ze geriefelijk (Peize)
Aj de fietse kepot hebt, kuj mienende wel èven lienen! Jonge zeg, det zul geriefelijk wèzen (Ruinerwold)
behulpzaam(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
De buren bint zo geriefelijk, ze staot altied veur je klaor (Drouwen)
Wees ies geriefelijk en geef dat deur (Sleen)
Hie gung er geriefelijk bij zitten
was gaan vechten
Dat is geriefelijk spul om te gebruken
kreunt heel erg
geriefzaom