gesleuten bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gesloten (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), geslötten, geslèuten (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. vol, mooi van vorm

    Dat is een mooie, gesleuten koe (Geesbrug)

    peerd (Rolde)

    Op kooustal hef die boer allennig dicht gesloten beeist staon (Eext)

    hij beslist

    gestopt

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...