Ook: gewèer (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
geweer
Mit het geweer op de nakke trök hij het veld in (Nieuw Schoonebeek)
in
in het geweer kommen
etc.
As ie wat verandern wilt, dan meuje mit mekaar in het geweer kommen (Barger Oosterveld)
Tou Jaan oetpraot was, kwam Berend in het geweer
z. ook bij
De jonges waren vandage barre in het geweer (Hoogeveen)
Zie waren drok in het geweer um de boel an kaant te kriegen (Sleen)
De zaeke in het geweer roepen
..., ook gezegd van een onrustig, druk persoon
Vrogger en aleer/ scheuten ze met een geweer/Mor non/schiet ze met
het kenon (Sleen)