Ook: gewichte (Zuidwest-Drenthe Noord)
gewicht, zwaarte
Ik heb altied hetzulfde gewicht (Barger Oosterveld)
Die vrouw is nog wal aordig an het gewicht
verrukt
Dat leg gien gewicht in de schale (De Wijk)
Die zwien hef het gewicht nog niet
gezien zijn leeftijd
Die gef altied goed gewicht
er is niet veel aan verloren
De winkelier gef gien gewicht
z. ook het vooral in zo en nd meer gebr.
Dat is een zaok van gewicht
. Die verbreiding geldt ook voor de samenstellingen, waarbij
gewicht van een kastklok
De klok mot optrökken worden, want het gewicht hank zowat op de grond (Emmen)
en
punder
gewicht van een weeginstrument
Daor mus nog een gewicht bie op (Roswinkel)
opslaan
wicht III