gewicht -en, het, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: gewichte (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. gewicht, zwaarte

    Ik heb altied hetzulfde gewicht (Barger Oosterveld)

    Die vrouw is nog wal aordig an het gewicht

    verrukt

    Dat leg gien gewicht in de schale (De Wijk)

    Die zwien hef het gewicht nog niet

    gezien zijn leeftijd

    Die gef altied goed gewicht

    er is niet veel aan verloren

    De winkelier gef gien gewicht

    z. ook het vooral in zo en nd meer gebr.

    Dat is een zaok van gewicht

    . Die verbreiding geldt ook voor de samenstellingen, waarbij

    Zie ook:
  2. gewicht van een kastklok

    De klok mot optrökken worden, want het gewicht hank zowat op de grond (Emmen)

    en

    punder

    Zie ook:
  3. gewicht van een weeginstrument

    Daor mus nog een gewicht bie op (Roswinkel)

    opslaan

    wicht III

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...