gien hoofdtelwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gain (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), gein (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), geen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. geen

    Ik lus gain borrel (Valthermond)

    Der was gien starveling te bekennen (Barger Compascuum)

    Het was nog gien weke later (Meppel)

    Het is gien malle kerel, ik mag hum wal (Nieuw Dordrecht)

    Hij is gien ein keer bie mie west in het zeikenhoes (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...