Ook: gain (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), gein (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), geen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
geen
Ik lus gain borrel (Valthermond)
Der was gien starveling te bekennen (Barger Compascuum)
Het was nog gien weke later (Meppel)
Het is gien malle kerel, ik mag hum wal (Nieuw Dordrecht)
Hij is gien ein keer bie mie west in het zeikenhoes (Barger Oosterveld)