aarden of stenen pannetje met één oor, inhoud varieert van een halve tot een hele liter
Een gifte was een stenen pottie mit een tuutie en een oor er an mit een blauw bloempie der op (Pesse)
De gifte was een platte stienen komme (Koekange)
In de maaltonne haj een stienen gifte liggen. Dizze was rond mit een oor der an (Zuidwolde)
De geite weur wel in de gifte mölken (Geesbrug)
de in een
gifte
alles moet tegelijk en met veel inzet van mens en materieel
De geite gef gien gifte melk meer, wij mut heur maar gauw dreuge laoten staon (Ruinerwold)
Ze kregen um 9 ure 's aovends een gifte brij en dan gungen ze naor bedde (Hoogeveen)
Ze waren zo zunig, ze wasten of in een drie cents giftie (Hoogeveen)