Ook: glaas (Kop van Drenthe)
ruit
Ik heb nei glas in het kippehok (Barger Oosterveld)
Ik mut nog nei glas inzetten (Hollandscheveld)
Glas in lood (Buinen)
Hie hef hum achter de glazen keken
zakt scheef
Het hoes stiet met de glazen op straot
of doe je het niet
Hij zit achter het glas te kieken
ga zitten
No begunt het gesmiet in de glaze
lett. en fig.
Oe zölf de glazen ingooien
geen beste stof
Die aolde man is nog zo helder as glas (Borger)
(stuk) glas
Ik haar ein stuk glas in de fietseband (Barger Oosterveld)
Het glaas van het schilderaai is kepot (Roderwolde)
Der lag overal glas op straot (Schoonlo)
Der zit nog glas in mien haand, dokter hef alles der niet oetkregen (Eext)
Hij is zo hard as glas
gezegd van een harde werker
Het brek of as glas (Klazienaveen)
Het is zo helder as glaas
loopt met de handen in de zak
drinkglas
Ranja mèuj uut een glas drinken (Hollandscheveld)
Doe mij mar een glassie brandewien (Ruinen)
Wat woj in 't glas hebben
in de zak
Hie hef te diep in het glas(sien) keken
om met elkander de boerderij te besturen en het land te bewerken, z. ook
De fles gung rond en een glassie zunder vout
rapen
Hie kan het glas niet staon laoten (Grolloo)
Hie hef het glas leeiver van boven vol as van under (Eext)
Hie drinkt een stevig glas
gezegd van zandfiguren strooien
Het is maor een störm in een glas waoter (Emmer Compascuum)
Het is zo schone as een glassie (Beilen)
(mv.) bril(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Zet de glazen maar even op (Klazienaveen)