glas glaze, gla, het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe

Ook: glaas (Kop van Drenthe)

  1. ruit

    Ik heb nei glas in het kippehok (Barger Oosterveld)

    Ik mut nog nei glas inzetten (Hollandscheveld)

    Glas in lood (Buinen)

    Hie hef hum achter de glazen keken

    zakt scheef

    Het hoes stiet met de glazen op straot

    of doe je het niet

    Hij zit achter het glas te kieken

    ga zitten

    No begunt het gesmiet in de glaze

    lett. en fig.

    Oe zölf de glazen ingooien

    geen beste stof

    Die aolde man is nog zo helder as glas (Borger)

    Zie ook:
  2. (stuk) glas

    Ik haar ein stuk glas in de fietseband (Barger Oosterveld)

    Het glaas van het schilderaai is kepot (Roderwolde)

    Der lag overal glas op straot (Schoonlo)

    Der zit nog glas in mien haand, dokter hef alles der niet oetkregen (Eext)

    Hij is zo hard as glas

    gezegd van een harde werker

    Het brek of as glas (Klazienaveen)

    Het is zo helder as glaas

    loopt met de handen in de zak

    Zie ook:
  3. drinkglas

    Ranja mèuj uut een glas drinken (Hollandscheveld)

    Doe mij mar een glassie brandewien (Ruinen)

    Wat woj in 't glas hebben

    in de zak

    Hie hef te diep in het glas(sien) keken

    om met elkander de boerderij te besturen en het land te bewerken, z. ook

    De fles gung rond en een glassie zunder vout

    rapen

    Hie kan het glas niet staon laoten (Grolloo)

    Hie hef het glas leeiver van boven vol as van under (Eext)

    Hie drinkt een stevig glas

    gezegd van zandfiguren strooien

    Het is maor een störm in een glas waoter (Emmer Compascuum)

    Het is zo schone as een glassie (Beilen)

    Zie ook:
  4. (mv.) bril(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Zet de glazen maar even op (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...