vluchtig, onverwacht(Zuidoost-Drenthe)
Wie wolden hum even gloeps betrekken, man het was nich neudig
z. ook
Hie keek even zo gloeps opzied (Sleen)
zodanig dat men gemakkelijk in een huis kijkt(Kop van Drenthe)
Zunder gerdienen veur de glazen zitten je wel wat gloeps (Eelde)
in
ter gloeps
nutteloos, gezegd van hooilanden (ndva), ook
Zo'n warkie, dat giet er ter gloeps tussendeur (Pesse)