gloeps bijwoord, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. vluchtig, onverwacht(Zuidoost-Drenthe)

    Wie wolden hum even gloeps betrekken, man het was nich neudig

    z. ook

    Hie keek even zo gloeps opzied (Sleen)

    Zie ook:
  2. zodanig dat men gemakkelijk in een huis kijkt(Kop van Drenthe)

    Zunder gerdienen veur de glazen zitten je wel wat gloeps (Eelde)

    Zie ook:
  3. in

    ter gloeps

    nutteloos, gezegd van hooilanden (ndva), ook

    Zo'n warkie, dat giet er ter gloeps tussendeur (Pesse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...