Ook: glip(pe), glup (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), glups (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), gloppe (Zuidwest-Drenthe), glöp (Zuidwest-Drenthe Zuid)
opening, meestal in de heg of in de zoldering
Gooi ie de roggebossen maar deur het glop, dan zal ik de legge wel klaormaken (Ruinerwold)
Wij hadden om het heui naor boven te kriegen een glop in het vak (Vledder)
Maak ie det glöp in de hege dichte? De jongen, die kroept er deur (Hoogeveen)
(Ze lagen) allebeide dwers mit de voeten naor het glop
z. ook
Het bedsteedeurtie stund op een glöppe (Hoogeveen)
z. ook
gloep
bovendeur van een grote schuurdeur(Zuidwest-Drenthe Noord)
Zie ook: