Ook: goenen(d) (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), goende (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), goenende (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), goounen (Midden-Drenthe), gound (Veenkoloniën), gounend (Veenkoloniën), gonden (Veenkoloniën), gonnend (Kop van Drenthe), gonen
Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906sommige
As ze bie gounend een poppie kregen hadden, dan ... (Emmer Erfscheidenveen)
Dat bint goenend, daor kuj niet op wachten (Hooghalen)
Goenend waren vrij en goende mussen warken (Klazienaveen)
Der bint goenend, die... (Dwingelo)
Goenende kunt nooit heur fetsoen holden (Hoogeveen)
Hest nog gonden vonden? (Roswinkel)
vanwege problemen bij het uitspreken van de
wellen III