gracht -en, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: graachte (Veenkoloniën), grachte (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), grafte (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. gracht, brede sloot

    Um de schanse

    was vrouger ein gracht (Barger Oosterveld)

    Um het kesteel op de Klink zat een gracht (Sleen)

    's Winters scheuvelt ze vaak op de gracht in Coevern (Padhuis)

    Um dit grote hoes lig een deeipe gracht (Eext)

    De gracht om het kerkhof tou zit vol rommel (Valthermond)

    Ien Stienwiek is de grachte rond de olde stad gedieltelijk edempt (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...