grup -pen, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: groep II, gruppe (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), grubbe (Veenkoloniën), gröp (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), gröppe (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), grooup (Midden-Drenthe), groube (Veenkoloniën), group (Kop van Drenthe), groep (Kop van Drenthe)

Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. mestgoot

    Toun wie vanmörgen op kougange kwamen, lag der ain kaalf in de groube (Valthermond)

    Die koe stiet altied mit de achterpoten in de grup (Geesbrug)

    De gröppe ofmesten

    De koenen staot op de gröppe

    Zie ook:
  2. greppel

    Graof mor even een gruppie, dan kan het waoter weg (Drouwen)

    Elk jaor mussen ze de gröppen schone maken (Koekange)

    ...opschonen (Ruinerwold)

    ...losmaken (Ruinerwold)

    greppel

    Zie ook:
  3. (scheidings)sloot in het veen(Zuidoost-Drenthe)

    De gruppen wuurden eerst oetritst (Schoonebeek)

    Zie ook:
  4. grens, vooral die met Duitsland

    Wij bent even de gruppe over west (Klazienaveen)

    Die is de gröppe over egaone

    Hij warkt aover de gröppe

    Hij prat al een mooi woordtie over de gröppe

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...