hals halzen, de, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën

Ook: haals (Veenkoloniën)

  1. hals, keel

    Ik heb het in de haals, ik kan haost niet sloeken

    Doe het knoopie onder de hals ies dichte (Hollandscheveld)

    Dat wicht hej aaid an de hals hangen

    Het duurde mar èven, toen haw de veldwachter an de hals

    Aj het aordig in de hals hebt, moej der een natte buusdook um doon met een dikke dasse (Hijken)

    een hoze um de hals doun (Barger Compascuum)

    Ik kan het haost niet deur de hals kriegen

    Hij greep mij bij de hals (Meppel)

    Hij hef hum de hals of esnene (Broekhuizen)

    de koe de hals oetsneden

    Det zal hum nog een keer de hals brèken

    Zie pakten mekaar um de hals

    Het was hum een slag um de hals

    Toen ze heur kiend evunden har, vlèug ze heur um de hals (Ruinerwold)

    Op hals en keel volholden dat e niet lug

    Dat is hum op de hals schoven

    Hai stek der mit kop en haals boven uut

    Dat kan hum de hals kosten (Hijken)

    Hij had hum haost um hals bracht

    Hij is maal om haals kommen

    Ik bin haals over kop vortkommen (Eexterveen)

    As ik 's mörgens kop over hals oet bedde stap, heb ik drekt last van misselijkheid (Exlo)

    Hij kwam hals over kop

    Hie zit er tot an de hals toe in

    Ik zit er tot an de haals tou vol van

    Ik hebbe mij mooi wat op de hals ehaald (Hoogeveen)

    Ik zal die alles an de hals hangen! (Barger Compascuum)

    in de hals hangen

    Het hangt mij de hals uut

    Hie hef een groot gat in de hals

    Hie hef hiel wat an de hals, ...an de hals hangen

    Der scheut mij een kloet in de hals, ..wat veur de hals

    Hij lop altied met honger in de haals

    Iene de schrik op de hals jaegen (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. op een hals gelijkend voorwerp

    De hals van een vaze (Erica)

    van een kruke (Wapserveen)

    van een viool (Klazienaveen)

    van een flezze (Emmer Erfscheidenveen)

    Die haver was liggen gaon, wij mussen het almaor tegen de hals mèeien (Borger)

    tegen de hals in meeien (Rolde)

    under de hals mèeien

    Zie ook:
  3. onnozele hals

    Wat een hals van een vent is dat

    Wat een domme hals (Ruinen)

    een grote hals

    een onneuzele hals (Hooghalen)

    een goeie hals (Hoogeveen)

    Zie ook:
  4. halsgat

    De haals is te groot worden

    keel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...