hanteren overgankelijk, werkwoord, zwak, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: hantaren (Veenkoloniën), ..t(j)èren (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. hanteren, omgaan met

    Dat is zo'n dikke hamer, dai kenst mor amper hantaren (Valthermond)

    Hij kan de penne good hantjèren (Diever)

    Een mak pèerd lat hum goed hanteren (Wapserveen)

    Dat is een flinke kerel, hij kan de schup nog is hanteren (Schoonebeek)

    Hij is niet te hantèren

    Het is haost niet te hanteren, zoe'n fien kiendtien (Meppel)

    Een goed glas bier lat zuk goed hanteren (Klazienaveen)

    Zie kunt hum haost niet hanteren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...