Ook: harke (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), haarke (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), haark (Kop van Drenthe)
hark
Toe, jonge, pak de harke ies en maak mij de tuunpaden netties veur de zundag (Meppel)
Een hark wordt gebruukt bij het heuien (Schoonebeek)
Ik zal oe ies precies vertellen, hoe de harke in de stale zat
stuntelig etc. persoon of dier
Die koe is een aordige hark op de bienen (Sleen)
Wat een hark van een kerel!
een harke van een wief
een stieve hark
Harke Harms