helderweg bijwoord
  1. flink wat, verreweg

    Hie is helderweg groter as ik (Zweelo)

    Dat is helderweg de mooiste (Padhuis)

    Hij kan der helderweg wat mit doen (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. zo langzamerhand(Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hie hef der lang wark met, mor helderweg komp e der klaor met (Sleen)

    Zie ook:
  3. zonder suiker

    Hoe zu'n borrel woj hebben? Doe mor helderweg (Eext)

    Hij drinkt de jenever helderweg (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...