Ook: hitte (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
hitte
Wat gaf dat paosvuur een hette (Padhuis)
Wat een hette vandaog, ij weet haost niet waor oj krupen moet (Eext)
Wie hebt nog nich veul hette had van het jaor (Barger Oosterveld)
Wat was het die dag een hette! (Uffelte)
Ze har last van de hette (Pesse)