hie I de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: hee, heie

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848
  1. afval van vlas

    Der lig een hiele bult hie op de deel (Sleen)

    Hie gebroekten wij veur proppen in de koegelbus (Zwiggelte)

    Zie ook:
  2. grove, gesponnen vlasdraad(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Bij 't andreien van 'n schroef wuur hie gebroekt (Padhuis)

    en bij de pompen um de emmerdies te dichten (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...