hielen werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: heilen (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), helen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), heeilen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), hailen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. genezen, helen

    Die wond hielt al mooi (Nieuw Amsterdam)

    wil niet best hailen (Eexterveen)

    Een braandplekke heelt langzem (Diever)

    Hij het 'n zere stee an de haand, mor 't heilt bai hom nogaal gauw (Roderwolde)

    zachten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...