hoep I de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: heupe (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), hoepe (Zuidwest-Drenthe), hope (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), hooup (Midden-Drenthe), houp (Kop van Drenthe), hoop (Midden-Drenthe), hoop III, klompenband (Midden-Drenthe), (Veenkoloniƫn), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. ijzeren band om wagenwiel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    De hoep is mij van de wagen oflopen (Stieltjeskanaal)

    Ze binnen bai de smid an 't hopen trekken (Roderwolde)

    trekken of leggen (Ekehaar)

    As de kap van de klomp gait, komp der een houp om (Norg)

    Een hoepien over de kap doet wij met dekdraod (Havelte)

    Zie ook:
  2. Aj boven de vieftig komt, kriej almaol een hoepien over de klomp

    Om de kaarn zat een kopern houp (Roderwolde)

    hoepel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...