van hout
Wij haarden vrogger een holten wastobbe (Diever)
Hij hef een holten bien (Pesse)
Wij hebt een holten vloer (Wijster)
Hij is zo holten
Tegen een prèekstoel zegge wij wel ies: een holten broek (Hoogeveen)
Dat is zo'n holten Klaos, hie wordt niet hiet of kaold (Sleen)
een holten Hendrik (Gasselte)
Wat is dat een holten peerd! (Nieuw Schoonebeek)
een holten kerel