Ook: gieren II, girren (Kop van Drenthe), jirren, jidden (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), gieren
gier over het land brengen
Het bietenland hebben ze ierd
Het hef regend, wij moet an het gieren (Stieltjeskanaal)
De boeren bunt an het gieren, het stinkt as de mieter (Barger Compascuum)
Wat 'n gaile lucht, de buurman is aan het jidden west (Emmer Compascuum)
Die is naor het laand, hij mut het gruunlaand gieren (Hoogeveen)