inhoud
Hoe groot is de inhold van je melktank? (Schoonebeek)
De inhold van de borrel is tegenwoordig geweldig klein (Hijken)
De inhold van dat bouk is woor gebeurd (Emmer Compascuum)
Hai haar nog ain mooie flesse met inhold aachter de haand (Valthermond)
De inhold was bedörven (Roderwolde)
Die man hef weinig inhold
Die preek daor zat echt gien inhold in (Padhuis)
Den man revelt as een advokaat, maar het hef niks geen inhold
Die man, die sprek zunder inhold (Dwingelo)
constitutie(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die man is zwak van inhold (Sleen)
Jaan hef niks gien inhold, hie hef vaok wat (Eext)
Dat is gien stark volk, ze hebt gien inholdten (Gasselte)
As hij niet zo staark van inholdten west was, har e het niet haold (Eext)
Die man hef gien starke, ...beste inholdten (Eelde)
karakter
Ene die belooft um van de draank of te blieven en dat niet kan, is zwak van inhold (Hijken)