inrien sterk, werkwoord, (on)overgankelijk
  1. binnenrijden

    IJ kunt overal morzo niet inrien (Sleen)

    Hij hef mie de baanders inreden

    Zie ook:
  2. inrijden, beleren

    Die hef der goed slag van um een peerd in te rien (Stieltjeskanaal)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...