jachtgeweer het
  1. jachtgeweer

    Hij mag een jachtgeweer holden

    Een goed jachtgeweer is nogal priezig (Beilen)

    Zie ook:
  2. spotnaam voor een luizenkam(Midden-Drenthe)

    As het aol mèensk op jaacht gung met het jaachtgeweer bij de kinder, kwam het motschup der under, z (Eext)

    Een jachtgeweer of een dubbelloops jachtgeweer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...