jachtig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: jachterig (Zuidwest-Drenthe)

  1. druk, gejaagd

    Wat is dat een jachtig mannegien, die hef gien aovend of mörgen (Sleen)

    Doe toch is wat kalm an, wat bi'j weer jachtig (Ruinerwold)

    Wat is het door een jachtige boudel (Valthermond)

    Die hef zo'n jachterig lèvend (Hollandscheveld)

    Wij leeft in een jachtige tied (Hoogeveen)

    jagerig

    Zie ook:
  2. dekrijp(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Die hond is ook weer jachtig (Klazienaveen)

    Het varken is jachtig (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...