jentig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: jent (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. flink, kwiek, dapper

    Hie löp ter nog jentig over (Sleen)

    Het was aaid een jentig vrouwgien (Oosterhesselen)

    Dat steit dij jentig (Gieten)

    Wat staoj der ja jentig op vandaog

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...