wiel van de kruiwagen
Het kaorrad piept, het mot smeerd worden (Gasselte)
De hoepel is van het krooirad of (Barger Oosterveld)
Een kees, zo groot as een kaorrad (Sleen)
Dat is net een duvel op een kaorrad
Hij piept as een old krooierad (Wapse)
Hij is zo krom as een krooirad (Klazienaveen)
rijksdaalder(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Ik wol dat ik mar een krooie vol van die krooiraden haar (Klazienaveen)
Kas, kas krooierad/O wat een fiets is dat (Erica)