Ook: kabbe (Veenkoloniën), kappe (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kappien
kap
Het hoes schut al mooi op, de kappe mot er nog op (Barger Oosterveld)
De kap van de heuischure (Dwingelo)
van een stoet, een laamp en een klomp (Eext)
van een zaodbult (Roderwolde)
de schurstie (Norg)
van de kinderwaogen (Balloo)
van de brikke en de meule (Broekhuizen)
iemshuve (Padhuis)
Dat bennen wonings twee onder ien kap (Klazienaveen)
Een gebreuken kap bij een burgerwoning (Sleen)
De iemker zet een kappe op as hij in de korven kik (Barger Compascuum)
Het kappien van de undermus
Mien mo drèug vrogger vaeke een kappien
Een kappien is een dophoed (Klazienaveen)
De kap zit bij een zaodbult boven de waterlaog (Drouwen)
Mag ik het kappie hebben?
Dende is under de kap
Daor is de dikste kap of
Kappies zuster
(verkl., imk.) bijenkorf, waarin al wat raat zit, aangemaakt door een kleine zwerm. Deze zwerm overl
Zie ook:oorijzer(Zuidwest-Drenthe)
Die zèe dat een schoolmeister gien vrommes kun kriegen mit een golden kap (Ruinen)
harde bovenlaag door bevriezing(Midden-Drenthe)
Het hef vannaacht gooud vroren, der zit een beste kap op het zaand (Eext)
grote hoeveelheid(Veenkoloniën)
Hai het ain kabbe geld (Valthermond)
Appie kreeg het kappie/Van moetie zien stoetie
Appie, kappie, körsie brood/Wordt van melk en aier groot/Daor kin Appie neit van leven/Moeke mout h (Emmer Erfscheidenveen)
Appie