kappen
In de bos binnen ze an het holt kappen (Emmer Compascuum)
Ik wol die waal eingelk wel kappen (Roderwolde)
Een gat in het ies kappen (Padhuis)
Je kun der maor zo neit op in kappen
Hinderk kun niet maaien, die kapte (Eexterveen)
Zie bint hen vis kappen
Wai kappen der nog neit met
De hoef van het peerd mot kapt worden