kiep I -en, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kiebe (Veenkoloniën)

  1. venterskorf of -kastje met koopwaren, 1 meter lang, 1 meter breed, plat tegen de rug met banden over

    Vrouger luip de winkelier met de kiep op de rug; het was een heile toer om dat ding weer op de rug t (Peize)

    Die hef de kiep op

    de nak (Sleen)

    Der zit huil wat van mien gaoding in dei kiep (Emmer Erfscheidenveen)

    Wemelie Kruut hef jaorenlang met de kiep lopen (Gasselte)

    mars

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...