klauwen I onovergankelijk, werkwoord, zwak, Veenkoloniën, Veenkoloniën

Ook: klaauwen (Veenkoloniën)

  1. klauwen

    Het zwien klauwde um over het schot te kommen (Sleen)

    Zie ook:
  2. zich inspannen om vooruit te komen

    Het peerd mus der nogal tegen klauwen um met die kor vol deur mul zaand hen te kommen (Eext)

    Zie loopt der man deur te klauwen

    Zie ook:
  3. korte bewegingen maken bij het schaatsen

    Wat hef die der tegen klauwd um te winnen (Sleen)

    Een mooi gezichte, aj die kleinties op het ies ziet klauwen (Noordscheschut)

    Zie ook:
  4. een klap, trap geven(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De koe klauwde achteruut en raakte de boer (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...