Ook: klaauwen (Veenkoloniën)
klauwen
Het zwien klauwde um over het schot te kommen (Sleen)
zich inspannen om vooruit te komen
Het peerd mus der nogal tegen klauwen um met die kor vol deur mul zaand hen te kommen (Eext)
Zie loopt der man deur te klauwen
korte bewegingen maken bij het schaatsen
Wat hef die der tegen klauwd um te winnen (Sleen)
Een mooi gezichte, aj die kleinties op het ies ziet klauwen (Noordscheschut)
een klap, trap geven(Zuidwest-Drenthe Zuid)
De koe klauwde achteruut en raakte de boer (Meppel)