Ook: klosse (Zuidwest-Drenthe), lichterholder (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
klos, blok, blokje hout, klosje in diverse toepassingen, zoals bijv. de houten spil van een spinnewi(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe)
Onder an het schoffeltuug van de gleuventrekker
kwamen vief klossen, woor ie de strepen mit trökken (Barger Oosterveld)
Drieven gebeurde met een holten hamer en een holten klos (Borger)
Het klossien an het ienspan
Ie moet de klosse niet vergeten, aans kunj de repe niet anhalen
Wij woont op oos iegen bedrief, niet groot, maor onbezwaord, gien radtien der an of het dreit op zie
Dat lop op klossies
Die koe hef wal 3 maond op 'n klossien lopen
Mien vader maakte oons van een klossie wel een tjolle
Wat een klosse van een peerd! (Ruinerwold)
van een vrommes (Sleen)
pineut
Hie is de klos (Zweelo)
lillijk de klos worden (Anderen)
vierkant of rechthoekig stuk(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe)
Wij hebt een klossien zitten laoten
Dat klos veen moew nog even ofbonken (Stieltjeskanaal)
Wij hebt even een klos heui ofsteuken (Sleen)
aangekoekte klont(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Aj in de snei lopen met de klompen, kriej der klossen under (Borger)
Wij hebt klossen an de klompen (Anderen)
kwalster
bal