knaap -en, de, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: knaop (Zuidwest-Drenthe)

  1. jongen

    Het is een mooi stel knapen bij mekaar, die jonges van oe en van oes (Ruinerwold)

    Dat is een

    flinke knaap, die komt er wal (Oosterhesselen)

    Kom ie ies hier, knaap (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. groot, bijzonder exemplaar

    Dat is een knaap van een sukerbiete (Noordscheschut)

    Ik kreeg mij toch een knaap van een blei an de haoke! (Meppel)

    Die hef ook 'n beste knaap van 'n peerd veur de wagen (Klazienaveen)

    Het is een knaap van een main, die duurt alles an (Pesse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...