knoop knopen, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: knobe (Veenkoloniën), knope (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. knoop

    Hest ja ain knobe van die jaze of (Valthermond)

    Hij döt ook 'n knope in de buul

    Daor komp de blanke knopen ok weer an

    Wij hebt het achter de knopen

    Het is 'n gezonde jonge, hij zet wat achter de knopen! (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. lid(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hie hef de scholder oet de knoop en de arm oet het lid (Sleen)

    Hij völt zo, det e de narm uut de knope har (Ruinen)

    Hij hef de bille uut de knope (Zuidwolde)

    Snuien moej verstaand van hebben; ie moet precies bij een knoop ofknippen (Hooghalen)

    Hej het in de gaten?

    Dan muj zien daj het in de knopen kriegen

    Dan kuj de jasse dichte doen (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...