knup -pen, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: knubbe (Veenkoloniën), knuppe (Zuidwest-Drenthe)

  1. knoop

    Der zit nogal wat knuppen in dat touw (Zweelo)

    Ast nich ontholden kanst, leg dan 'n knup in dien buusdouk (Barger Compascuum)

    in de tonge, ...in het oor (Klazienaveen)

    Ik zal hum even wat op de nekke knuppen

    De knuppe deurhakken (Dwingelo)

    Hie hef de veter in de knup (Roswinkel)

    Zij ligt in de knup van het lachen (Hijken)

    Die hebt de boul mooi in de knup zitten

    De boel löp mij lillijk ien de knuppe, nou de knecht ziek is

    Hij hooldt de knup op de buul

    Non komp er 'n knup in het gaoren

    Het olde meinse löt heur niet zo hendig een knuppe in de neuze dreien

    Zie ook:
  2. vloek

    Hij zette der 'n beste knup op (Roderwolde)

    Die gooide een dikke knuppe der uut (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...