knusseln werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: knutseln (Zuidwest-Drenthe Zuid), knuustern (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. knutselen

    Dat is een knusselder, die kan echt wat veur mekaar knusseln (Pesse)

    Zie ook:
  2. niet opschieten, prutsen(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hie hef wal 'n halve dag met die pèerdezelen liggen te knusseln, hie hef het nog niet klaor (Sleen)

    knutern

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...