koets -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe

Ook: koetse (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. koets

    De koets was overdekt, der zat een vaste kap op (Eext)

    met glazen ramen (Dalen)

    gesloten, op veren (Eelde)

    lop op 4 wielen (Vledder)

    Wij bint nog trouwd in een koets (Drouwen)

    Zij gung altied in de koetse naor de karke (Nieuw Schoonebeek)

    Jan en Greite in de koetse

    Zie ook:
  2. bed, bedstee

    Wij gaot in de koetse (Klazienaveen)

    Wij stapt op tied in de koetse (Dwingelo)

    *Ie worden eerder aoverreden deur een mestwagen as deur een koetse (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...