koffer
De koffer is al epakt (Meppel)
Meugien giet nog met de rieten koffer op pad (Oosterhesselen)
bed
Ik gao vanoavend niet zo late in de koffer (Klazienaveen)
Mien vrouw is gisteraovend vrog in de koffer stapt (Roswinkel)
romp(Midden-Drenthe)
Dat peerd hef gien koffer (Hijken)