kokerij de, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kaokerije (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. het koken

    De vrouwe hef het drok mit de kokerij (Uffelte)

    Hie döt alles zölf, de kokerij ok (Sleen)

    Het is haalf twaalf, wai moeten mor is an de kokeraai (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. plaats waar het eten gekookt wordt

    In het schuurtien hebt ze noe de kokerij (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...