Ook: kote (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
koot
Die koe hef het um de koot toe hielmaol dik (Sleen)
Het peerd hef de kote breuken (Dwingelo)
Oenze olde mere stond geregeld aover de kote en dan was hij mitiene kreupel
Aj older wordt, wordt de koten wat stief (Diever)
Non heb ik het kootie van de doeme breuken (Hijken)