krabbel
Jan hef de eerste krabbel op het pepier emèuken (Diever)
Hij möt nog even zien krabbel zetten
Hij haalde der een krabbel deur, toen het betaald was (Hoogeveen)
Die krabbels kan ik niet lezen, schrief toch mooier (Ruinerwold)
doorn(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Ik heb mij de haande löshaald deur die krabbels met het brummels plukken (Padhuis)
kribbel(-)