Ook: kraal (Kop van Drenthe), krale (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), kralle (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord)
kraal
Ze haar een beurzie van krallegies (Roderwolde)
Hej de krallen niet umme?
Der is een kral tuschenweg (Sleen)
An de lamp hungen krallen (Padhuis)
Hen bedde jong, ie kriegt krallegies
Zij hef ogen as krallen (Meppel)
bes
Die krallen niet opeten, daor kun je ziek van worden (Klazienaveen)
Der zit van het joor gien krallen an de hulst (Barger Oosterveld)