Ook: krimpen (Zuidwest-Drenthe), krimpen II
een kram in de neus doen
Kuj mij hölpen umme de varkens te krimpen, want zij vrot mij het hiele laand onderstebaoven (Elim)
Zwienen kuj krempen met 'n kremp of met 'n hoefnagel (Stieltjeskanaal)
Wie het krempen annemp, mut het schrouwen anheuren
Die het krempen döt, hef het gieren toe (Smilde)