krik III -ken, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. vinnig, snibbig of ongedurig persoon

    Mit dat kind wil gain aine speulen, dat is ain krikke (Tweede Exloërmond)

    een krikkie (Hoogeveen)

    Snauw toch niet zo, krik! (Norg)

    Een krik is ain, die gauw op de tonen trapt is (Eexterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...