Ook: kreuken (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), krikken (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), krukkeln (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), krukkern (Zuidwest-Drenthe Noord)
sukkelen
Die krikt een bool, mar het is zo: krakende wagens loopt lange (Ruinen)
Die man is aordig an het krukken (Mantinge)
Hij hef gien starke inborst, hij krukt hiel veule (Hoogeveen)
Zij bint wat an het krukkeln mit de gezondheid (Hollandscheveld)
moeizaam lopen
Het griezelt mij toe, a'k die twee olden zo zie krukkeln (Noordscheschut)