lat -ten, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: lade (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), laar (Midden-Drenthe), lare (Kop van Drenthe), larre (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), ladde II, latte (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), ladde (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. lat

    Ik zal der een ende lat an spiekern (Roderwolde)

    Even de lat er over holden, dan wait wai, hou groot het stuk is

    Die jong möt wat met de lat hebben

    Hij hef flink wat op de latte staon

    De veldwachter hef der de blanke latte aover ehölden

    Hie is an latten

    Hie schit over de latten (Sleen)

    hum van de latten

    Hij is zo mager as een lat (Coevorden)

    zo dunne as een latte (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. dun persoon

    Die vrouw, dat is een lat (Norg)

    Zie ook:
  3. in

    Daor komp e nou pas met op de latten

    Leikster katten schieten op de latten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...