leep II bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: lepig (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. behoefte aan zout hebbend

    As de gruinties kom

    men, knapt de kou die leip is, wel weer op (Roderwolde)

    De kou is lepig (Eelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...