Ook: lèger (Zuidwest-Drenthe Zuid)
ligplaats
Het leger van de knecht was vaeke op de hilde, boven de koenen (Dwingelo)
Hie har daor een hiel leger maakt (Sleen)
Een jager die een haze in het lèger schöt, kieke wij niet veur vol an (Hoogeveen)
leger, krijgsmacht
Hij is bai het leger (Roderwolde)
Doe most in het leger, want doe kanst goud commanderen! (Barger Compascuum)
grote groep personen(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Der geet een heel leger fietsers langs (Drouwen)
Zij hebt daor een heel leger kiender (Diever)
Leger des Heils
Het leger haolt mörgen gooud op, zie hebt de puut bracht (Eext)
verlaging achter het schouderblad(Midden-Drenthe)
Men har vrogger wal ies koenen met hoge scholderbladen en daorachter zat dan een delle, en dat neumt (Beilen)