liegen sterk, werkwoord, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: legen II, leeigen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), legen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), laigen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), leigen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. liegen

    Hij lög en bedrög iederiene (Nijeveen)

    Ie hebt goenende die het mit liegen en bedriegen een hiel ende schupt (Hoogeveen)

    As do lögs, lieg ik ok

    Ie mut niet zo liegen, want dan kriej een kroeme neuze (Hoogeveen)

    hoorns (Eexterveen)

    Hie kan liegen, hie geleuft zuk zulf (Sleen)

    zo liegen; as e niet lög, dan lög e nog (Oosterhesselen)

    Hij kan liegen, dat het gedrukt stiet (Ekehaar)

    het dampt hom onder de pet vort (Zuidlaren)

    ...van de kop of (Sleen)

    Hij lög det e barst (Wapserveen)

    Hie lög as een raof (Gasselte)

    ...as een zwien (Coevorden)

    ...as een biest (Elim)

    ...as een hond

    ...as een daif (Eexterveen)

    ...as een turk (Pesse)

    ...as een kruudkremer

    ...as een wachter

    as een ketter (Dalen)

    as een scherenslieper (Roden)

    De kèrel leug dat e zwart weur, dat dee e (Sleen)

    as het knapt (Hollandscheveld)

    ...det hij scheel kik (Ruinerwold)

    Hij lög zo hard, dat der kan gien peerd tegen lopen (Fluitenberg)

    Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 Zie ook:
  2. in

    der niet um liegen

    Wai hebben een belastingpepier kregen, dat lög der niet om (Roderwolde)

    Machines liegt er niet umme

    Je kunt beter leigen dan vleigen

    Zal ik je ies wat vertellen/En legen wat ik kan/Ik zag de bakker vlegen/Met de oven der achter an/Ik (Hijken)

    Zal ik oe ies wat vertellen/En liegen wat ik kan/ Ik zage de bakker vlegen/En de naovend der achtera (Wapse)

    Rao, rao, raoregien/ De wereld op een kaoregien/Kaoregien deur het geutgat/Rao, wat is dat?

    Een grote leugen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...